zaterdag 13 september 2008

Dag 31



Dag 31, woensdag 10 september 2008

Gisterenavond in een Aberge terecht gekomen en in het dorpje lekker een pizza gegeten, ik kon er even internetten waardoor ik mijn verslagen bij kon werken. De vrouw die de alberge regelde kon het allemaal niet bijbenen, het was best een groot verblijf, ik was een van de laatste die zich kon inschrijven, ze vergat zelfs af te rekenen, kwam ik later achter. Ik was ook een van de twee fietsers die zijn toegelaten, lopers krijgen voorrang, maar er was geen beginnen aan, na mij zijn er een groot aantal lopers doorgestuurd naar particuliere adressen. De stemming in de auberge was uitgelaten zowel voor de nacht als na de nacht. We zitten per slot van rekening 55 km voor Santiago, een beetje doorstappen of trappen en je bent er.
Vanmorgen was er mist of laaghangende bewolking, naast dat het koud was, bleef het lang donker en toen ik om 08.00 uur op de fiets stapte ging het licht nog aan op de fiets. Ik kreeg de laatste rit niet cadeau, heuveltjes van 7 % en drie km lang, Santiago lag verstopt, het koste me veel moeite en de laatste krachten werden aangesproken om op het plein bij de Kathedraal te komen, maar dat was gelijk ook de moeite waard. Om twee uur draaide ik het plein op na 26 honderd en 10 km gereden te hebben vanuit Swifterbant. Doe je het uiteindelijk hiervoor, het plein oprijden en de Kathedraal zien. Het is wel een heel emotioneel gebeuren.
Onderweg zijn met zo vele pelgrims om je heen, ook de laatste dag wordt je verwelkomt met buenos diaz (goedemorgen) en bon Caminio, het is een prettig gebeuren en je wordt voortgedreven door de groep. Het is nog steeds een vrolijk gekleurde groep die op weg is, de fietsers kom je vaker tegen, de lopers meestal eenmaal. In de auberges doe je vaak meer contacten op als fietser.









Nadat ik bij het kruis de steen heb achtergelaten met een aantal minder positieve gebeurtenissen, blijft er voor mij over dat ik toch wel bof met mijn leven, ik heb goede ouders gehad, ook het “laat hem nog maar even buiten spelen, dan is het rustig”, heeft een positieve kant. Misschien kende mijn moeder mij goed genoeg om te weten dat ik kwetsbaar was en snel reageerde op impulsen van mijn broers, die daar vaak van genoten. Ons gezin was warm met een grote eigen verantwoordelijkheid en broers die zich weten te weren en in zijn voor een geintje.
Ook mijn naïviteit en impulsiviteit heeft positieve kanten, was ik op weg gegaan naar Santiago als ik er goed over nagedacht had, waarschijnlijk niet maar ik ben nog steeds blij op de fiets te zijn gestapt?


Mijn nicht maakte een rake opmerking door te zeggen “waar begin je aan, ga lekker achter de geraniums zitten en geniet”.
Ik had dan niet geweten dat ik zo’n door zettingsvermogen in mij had. Ik heb hellingen, heuvels en bergen geslecht, door vaak naar boven te kruipen in de laagste versnelling. Je beseft dan dat je maar een stofje bent gezien in het licht van de eeuwigheid. Je leert te waarderen dat ik een poosje op deze aardbodem mag ronddansen, al een aardig poosje tot nu toe, leuke en goede kinderen heb met partners die er mogen wezen, een vrouw uit duizenden, die mij toch maar zes weken laat gaan en van te voren niet wist wat haar te wachten stond.


Door de tocht leer je de dingen weer op waarde te schatten en hoor je van anderen hele positieve reacties en je leert weer je eigen gevoelens onder woorden te brengen en uit te spreken. Ik merk dat ik er vaak vanuit ga dat een ander wel weet hoe ik denk, maar vaak is het voor anderen prettig om dat van mij te horen, net zo prettig als ik dat in deze rit vind om van anderen te horen. Dus “waarom” heeft te maken met hele basale gevoelens die niet makkelijk onder woorden te brengen zijn.


Ik ben gelovig opgevoed en daar ben ik nog steeds blij mee, ik heb gemerkt dat je geloven kunt in een gemeenschap, met elkaar. De Glind had zo'n kerk waar 23 geloven onder een dak bij elkaar kwamen, met kinderen die vaak niet in het geloof thuis waren, toch vormde het een evangelische gemeente waar ik saamhorigheid heb gevoeld, die ik mis bij de meeste gemeenten waar ik lid van ben (geweest).


Tijdens zo'n pelgrims tocht denk je daar weer eens over na, ik voel gemeenschap met andere pelgrims, jammer dat de kerkelijke gemeenten zo weinig uitstraling hebben. Als voorbeeld; In de Glind ging iedereen naar het avondmaal, in andere kerken werd en wordt daar nog steeds over gepraat en dat spreek mij vaak minder aan, in de Glind zijn wij te veel kerkelijk verwend denk ik en dan voel ik mij elders niet snel meer thuis.


De essentie van geloof is voor mij nog steeds dat je geen dag in je leven kan verdienen door goed of slecht te leven (de brede of smalle weg), maar dat het enkel aan de Heer is om te bepalen wanneer hij mijn arbeid of aanwezigheid op dit aardbolletje genoeg vind. Daarom is er bij mij dankbaarheid voor zoveel wat ik krijg!!!

Als laatste mijn gedachte tijdens deze tocht over de dood, voor mij een geschenk van de Heer die mensen na verrichtte arbeid naar huis laat keren, wel vaak heel naar voor de achterblijvers die nog een poosje verder mogen, maar die personen wel vaak erg missen



Vrijdag keer ik terug naar huis, het is mooi geweest, ik heb er echt van genoten en zou het zo weer overdoen. Als ik mijn wegenkaart bekijk en de keuzes die ik gemaakt heb, ervaar ik de meeste keuzen als goed en zou ik als ik opnieuw zou moeten kiezen weer dezelfde keuzen maken.

Geen opmerkingen: